TRAININGS HANDBOEK KANOPOLO
2.    ALGEMEEN
Afgezien van de onderdelen VAREN, BALTECHNIEK en SPELTECHNIEK, bevat elke goede training ook een gedeelte warming-up, "rekken en strekken" en eventueel een stukje conditie- en krachttraining.
1. warming-up
Een goede warming-up is van belang om blessures te voorkomen. De warming-up kan in de boot (invaren), maar kan ook op een andere manier gebeuren. Het is belangrijk om rustig te beginnen en het lichaam niet te overbelasten.
2. rekken en strekken
Na een goede warming-up is het lichaam weliswaar warm, maar de spieren zijn nog kort. Door grote inspanning kunnen blessures ontstaan. Om de spieren langer te maken is het "rekken en strekken" (stretchen). Hierbij mag men GEEN VERENDE BEWEGING maken! . Verder mogen de spieren niet zover worden uitgerekt dat ze pijn doen.
3. conditie en kracht
Conditie is een belangrijk element in de wedstrijden en het is nuttig om daar enige aandacht aan te besteden. Kracht is handig, maar niet van primair belang. Toch geldt voor kracht in feite hetzelfde verhaal als voor conditie.
Het verschil met andere onderdelen van de training is echter het feit dat conditie niets met techniek te maken heeft. Bij de onderdelen VAREN, BALTECHNIEK en SPELTECHNIEK, komt techniek daarentegen als ��n van de belangrijkste elementen om de hoek kijken.
Uit het voorgaande vloeit voort, dat conditie niet perse aan de hand van een speciale oefening getraind hoeft te worden. Tijdens andere, op techniek gerichte, oefeningen kan tegelijkertijd de conditie worden opgevijzeld.
Toch kan het nuttig zijn om een speciale kracht- en conditieoefening te doen. Dat kan bijvoorbeeld met de warming-up worden gecombineerd, of er wordt een extra sprintoefening (of andere vaaroefening) gedaan.
Bij het spelen van een kanopolowedstrijd is een goede conditie van essentieel belang. Kracht is een pr�, maar komt niet op de eerste plaats. Om aan beiden iets te verbeteren, is het nuttig om iets aan conditie- en krachttraining te doen.
OEFENING 1A -warming-up-
WAL training, eerst huppelen, twee benen, een been, armen zwaaien. Aandachtspunt(en):
OEFENING 1B -warming-up-
aandachtspunt(en):
OEFENING 1C -warming-up-
NAAR trainingsveld varen, vier man achter elkaar. Achterste gooit bal naar vaarder voor hem en vaart dan helemaal naar voren. aandachtspunt(en):
OEFENING 2A -rekken en strekken bovenarm-
Leg de rechterhand met de binnenkant op de rug, waarbij de elleboog recht omhoog wijst. Trek met de linkerhand de rechter elleboog naar links, tot een spierspanning in de bovenarm voelbaar is. Houd dit 10 seconden vast en wissel van arm. Aandachtspunt(en): indien er pijn wordt gevoeld, de spanning verminderen. Geen verende beweging maken en na de oefening ontspannen.
OEFENING 2B -rekken en strekken vingers en onderarm-
Druk voor de borst beide handen plat tegen elkaar aan, met de vingers naar boven. Houd de schouders en de rug recht en laat de ellebogen naar opzij wijzen. Beweeg nu alleen de handen naar beneden, waarbij de handpalmen elkaar blijven raken. aandachtspunt(en): Indien er pijn wordt gevoeld, de spanning verminderen. Geen verende beweging maken en na de oefening ontspannen.
OEFENING 2C -rekken en strekken-
aandachtspunt(en):
OEFENING 3A -conditie en kracht-
1 boot ligt overdwars, andere boot duwt weg. Kracht opbouwt. 3x 25%, 2x 50%, 10x 100%. Aandachtspunt(en):